Waarde lezer, ik ben fan van sommige mensen op deesz aardbol. Gandhi, Chet Baker, Freddy Mercury, José James, Sarah Vaugan, Eva de Roovere, Selah Sue, en nog een aantal. En mijn schoonvader. En die laatste trakteerde me vandaag op een museumbezoek.
Vanochtend ontving ik het bericht dat ik opgepikt zou worden om een museum in Den Haag te gaan bezoeken: het Louwman Automobiel museum. Het gaat dan over een bonte verzameling automobielen, waarbij u op een prettige manier meegenomen wordt vanaf 1886 tot het heden. Bijeengezet door twee generaties Louman, feitelijk vanaf 1934. Teveel om hier op te noemen. Het museum straalt passie en kwaliteit uit; als een AUDIO21 in Heerde. Ik kon m’n neiging om bij elk exemplaar een snapshot te maken bedwingen, maar m’n favorietenlijst ga ik u zo dadelijk niet ontnemen.
Hier alvast de link naar de website van het museum: Louwman museum.
Overigens ontstond vandaag een vraag bij ondergetekende: “hebben bijzondere automobielen eigenlijk iets wat overlapt met bijzondere audio ‘mobielen'”?
Volgens mij wel. Uit een automobiel komt geluid, welke voor een liefhebber klinkt als muziek in beide oren. Hopelijk gebeurt dat u ook, wanneer u uw audio-machinerieën inschakelt. Een mooi ontworpen automobiel is een genot voor het oog en een mooi ontworpen audiocomponent is eveneens een genot voor het oog.
Maar een verschil is er ook. Gisteren vroeg iemand me tijdens de Gryphon Showdag, wat de totaalprijs was van de set. En toen ik het stond op te tellen zei hij: “tjonge, daar kun je een knappe auto van kopen”. U begrijpt; het kwam niet meer goed tussen hem en mij. Andersom vroeg ik een suppoost vandaag de waarde van een Aston Marton DB5 en hij vertelde me de geschatte waarde. Mijn antwoord was: “tjonge; daar kun je een knappe audioset van kopen”. En ik gaf hem mijn AUDIO21 kaartje. U begrijpt; de suppoost keek me meewarig aan. En wie kaast ontvangt; dus ik keek hem daarom ook maar meewarig terug aan.
Maar na deze intermezzo weer terug naar het museum. Sinds ik vernam dat m’n betovergrootvader er een in het bezit heeft gehad, is de laatste variant van de Talbot Lago uit 1937 m’n absolute favoriet. Ik pinkte een traan weg; zoals ’t heurt bij deze ‘goutte d’eau’, zoals deze carrosserie genoemd wordt. Het is een creatie van de Parijse carrossiers Figoni & Falaschi, indertijd bekend om hun flamboyante, maar altijd stijlvolle carrosserie ontwerpen.
Hier m’n favorietenlijst: