Waarde lezer, het doet me deugd; gistermiddag en vanochtend was er een zachtaardig duel gaande. Zonder dat ik er erg in had, trok Jan Kees van leer met zijn virtuele pen, in plaats van het aloude pistool. Gelukkig maar dat JK in dezen minzaam is.
Mijn inschatting is dat JK mij de loef heeft afgestoken. Of minstens de bevlogenheid bezit om dit met overtuiging te kunnen doen. Zijn taalgebruik en woordkeus deed mij applaudisseren. En ja, ik geef volmondig toe, mijn meerdere heb ik ontmoet; ik buig mijn hoofd.
En nog even als korte uitleg over de ‘loef afsteken’; een uitdrukking uit de zeevaart. Maar de uitdrukking komt al in de zeventiende eeuw voor en is onder meer terug te vinden in Vondel’s ‘Adonias of Rampsalighe kroonzucht’ uit 1661:
“Men zeilt eerst scherp, daer na heel ruim den hoeck te boven.
Zo krijfht men, recht voor wint, de loef van zijn party.
Aldus leght Salomon, eer hy ontwaecke, in ly.”